Blue Train Bike Club |
Zaanstreek/Waterland |
Coast to coast 2005 |
|
Voorbereiding |
In de zomer van 2004 is door het driemanschap Martin, Willem
en Dirk het idee opgevat om maar eens een lange meerdaagse
fietstocht te organiseren, i.p.v. deel te nemen aan een
evenement als La marmotte. Martin was al een aantal malen op
vakantie geweest in de Pyreneeën en opperde het idee om
deze bergkam eens over de volledige breedte, tussen de
Atlantische oceaan en de Middellandse zee, te fietsen.
De tocht zou de deelnemers moeten leiden over de meeste
belangrijke cols en de twee voor wielrenners zeer belangrijke
herdenkingsplaatsen, namelijk de Col de Aubisque waar Wim van
Est 27 meter diep in het ravijn tuimelde en Col de Portet d'Aspet, waar ter nagedachtenis aan de in de tour de France
van 1995 verongelukte Fabio Casartelli, een monument was
opgericht.
Het idee werd in de fietsgroep gelanceerd en na een grondige
voorbereiding van vergaderen, kaarten bestuderen, routes
plannen, ideeën uitwisselen, financiën regelen,
kledingsponsors benaderen, begeleiders zoeken,
hotelaccomodaties arrangeren en natuurlijk trainen, heel veel
trainen, reden uiteindelijk 17 deelnemers van de Blue Train
Bikeclub in de week van 17 tot 25 september 2005 in 6 dagen,
Coast to Coast door de Franse Pyreneeën. Als vertrekpunt
was Biarritz gekozen en uiteindelijk zou worden gefinisht in
Argeles–sur–Mer. Om contact te houden met de brede
achterban werd een Weblog gelanceerd, met de bedoeling elke
dag een kort verslag van onze belevenissen te schrijven. In
de praktijk zou dit nog een lastig onderwerp blijken.
Bewegende beelden van deze tocht zijn hier te vinden.
Naar boven
|
|
 |
Heenreis zaterdag 17 september |
Met een KLM vliegtuig type "Cityhopper" aangekomen in Toulouse
alwaar de neef van Didier ons met een touringcar stond op te
wachten om ons naar Biarritz te brengen. "Onze" begeleiders
Johan en Ton waren reeds een dag eerder vertrokken met de
volgwagen, een groot deel van de kleding en materiaal. Zij
zouden onderweg een overnachting nemen en ongeveer gelijk met
ons aankomen in Biarritz.
Wij moesten helaas afreizen zonder onze vaste kopman "Tinus"
die jammerlijk thuis moest blijven in verband met een
sleutelbeenbreuk en het gebroken middenhandsbeentje. Deze
blessures had hij opgelopen ten gevolge van een valpartij op 21
augustus. Hij bleek nog onvoldoende hersteld en kon absoluut
niet mee. Om zijn betrokkenheid te tonen, heeft Tinus ons nog
wel uitgezwaaid op Schiphol. Wij zullen een rit aan hem
opdragen. Richard, die ook bij deze valpartij betrokken was
geraakt en ook een sleutelbeenbreuk had opgelopen voelde zich
voldoende genezen om mee te gaan. Zelf had hij nog wel wat
twijfel en was voornemens het erg rustig aan te doen.
De vlucht ging voorspoedig en in Toulouse stond de touringcar
van FAUR, een neef van Didier, ons op te wachten. Waardoor wij
direct konden vertrekken en rond 16.00uur arriveerden wij bij
hotel 'Du Fronton' In het mooie Biarritz. Bij aankomst waaide
het behoorlijk hard. Een wandeling naar de kust leverde dan
ook mooie plaatjes op van de zeer hoge golven.
Na de wandeling werd nog even de gelegenheid genomen een
terrasje te pikken. Het bier kregen wij geserveerd in een
bierkolom waaruit wij zelf de glazen konden tappen. Erg
origineel en natuurlijk ook errregggg lekker !!! s'avonds bij
het diner werd de eerste briefing gehouden en de gehele route
nog 'even' door genomen.
De puntjes werden op de i gezet m.b.t. de nodige afspraken.
De kaart werd uitgerold en aan de muur gehangen. Later die
avond namen Willem en Hans nog de gelegenheid een bidon te
vullen met water uit de Atlantische oceaan. Dit water zouden
wij de gehele fietstocht met ons meenemen om hem uiteindelijk
symbolisch in de Middellandse zee leeg te gooien.
Alle foto's van de heenreis
Naar boven
|
|
Heenreis |
 |
|
Fietsdag 1 zondag 18 september van Biarritz naar Mauleon
Licharre |
Vandaag om 09.00uur (bij 11°C) vertrokken voor de eerste
rit, met als eindbestemming Mauleon Licharre, waar wij in
hotel Bidegan zouden overnachten. Voor we konden vertrekken
hebben wij eerst nog even lekker ruzie gemaakt met de
hotelier. Een gast van het hotel had namelijk geklaagd over
de rumoerige terugkomst die enkelen van onze groep s'nachts
hadden veroorzaakt en de beste man nam het geheel voor deze
dame op. Praten lukte niet volgens hem, dus begon hij maar te
schreeuwen. Wij wensten hem verder veel succes en vertrokken
voor onze eerste etappe.
De eerste rit ging al goed. Ondanks
het routekaartje dat iedereen bij de briefing uitgereikt had
gekregen, bleek het toch moeilijk te zijn om de route te
volgen. Vooral als er wordt afgedaald rijdt iedereen in volle
vaart achter elkaar aan en is er geen oog meer voor wegnummers
en afslagen. Dit leidde er toe, dat wij er pas na een afdaling
van zo'n 12 kilometer achter kwamen, dat wij een cruciale
afslag naar Cherechebruit voorbij waren gestoven. Het
begeleidingsteam was ons inmiddels ook kwijtgeraakt en na het
nodige heen en weer gebel deelde Ton ons mede dat wij, om weer
op de route te komen, konden kiezen voor de volgende 2 opties:
1e de zelfde weg terug volgen of 2e een extra ronde maken.
Gekozen werd voor het laatste, wat ons ongeveer 35 kilometer
opleverde. Ongemerkt bleken wij Col de Lizuniaga (250 mtr.) en
Col de Lizarrieta (441 mtr.) in ons programma te hebben
opgenomen en een ronde te hebben gereden van Sare naar Sare.
Wederom werd optimaal gebruik gemaakt van de GSM. Na het
nodige getelefoneer met Ton & Johan troffen wij elkaar enkele
kilometers voorbij Cherchebruit (D4) voor de koffie en brood.
Na deze kleine wijziging in het programma verliep de 1e rit
voortreffelijk. De volgende colletjes van deze dag, Puerto de
Otxondo (570 mtr.) en Col d'Ispeguy (672 mtr.) leverden voor
niemand problemen op. De Laatste berg, Col d'Osquich
(500 mtr.) gaf een prachtig uitzicht op de noordelijke
uitlopers van de Pyreneeën.
Deze dag hadden de benen 5 colletjes te verduren gehad en het
weer was fantastisch (temp. overdag ongeveer 21°C)
De extra lus
had ons geleid door een prachtig bosgebied, met 2 hele mooie
beklimmingen. Toch waren deze 2 extra beklimmingen en het
extra lusje voor JohanH en Richard
even te veel geweest, waardoor zij de laatste 30 kilometer van
de rit in de volgwagen plaats namen.
Totalen dag 1: afstand 165 kilometer, 2847 hoogte meters, max.
klim 13% en gemiddelde klim 4%. gemiddelde snelheid 23,7 km/u.
Ter compensatie van de extra kilometers zullen wij morgen Col
d'Ichere en Col de Marie Blanque uit de route halen.
Alle foto's van fietsdag 1
Naar boven
|
|
|
Fietsdag 2 maandag 19 september van Mauleon Licharre naar
Argeles Gazost |
Wij vertrokken om 09.00uur uit Mauleon Licharre. Het was een
koude en onbewolkte ochtend. Er werd rustig gestart en de
eerste kilometers werd er niet boven de 25km/uur gereden. De
thermometer wees slechts 8°C. Zoals wij gisteren hebben
besloten, hebben wij de route aangepast, om daarmee te
realiseren dat iedereen kan blijven fietsen. Deze dag stonden
dus alleen de beklimmingen van de bekende col's: Col de
Aubisque (1709mtr.) en Col du Soulor (1474 mtr.) op het
programma.
Volgens de 'oude' route zouden we vandaag 138,5 kilometer met
2438 hoogtemeters moeten afleggen. De start was voortvarend.
De weg van Tardets Sorholus naar Aramits (de D918) blijkt een
hele snelle. Er werd in de bekende blauwe waaier (Blue Train)
gereden met snelheden van ruim boven de 40km per uur. Wat
daarmee ook gelijk de reden was van het feit dat wij ook
vandaag een belangrijke afslag voorbij reden en een behoorlijk
eind uit koers raakten. Daarom besloten we de rit af te maken
en de route te verleggen over Oloron ste. Marie. Hierdoor
hebben we toch weer wat kilometertjes extra gemaakt. Een stuk
of 10 (maar) deze keer.
In Oloron was het Hans die het kopwerk voor rekening nam,
waarbij hij (ondanks dat hij het hoogst op de fiets zit) een
verkeerslicht over het hoofd zag. Direct werd de gehele Blue
Train klemgereden door een Franse politiebus. Onze Hans kreeg
de wind van voren. In gebrekkig Frans probeerde Hans nog
duidelijk te maken dat het in Nederland toegestaan is om
rechtsaf door rood te rijden en trok daarbij zo'n onschuldige
blik dat de franse diender aan Hans nog enkele waarschuwende
woorden meedeelde en het teken gaf dat de Bauwe Trein weer
mocht vertrekken.
Ons begeleidingsteam, Ton en Johan, die ons voorop waren
gereden om een lunchpauze voor te bereiden, werden in ernstige
mate gemist. Wellicht waren wij de afslag niet voorbij gereden
als zij bij ons in de buurt waren gebleven. Zij bleken bij
Issor hun kamp te hebben opgeslagen, maar moesten dat weer
opbreken door onze routeomlegging. Ton belde even later met de
mededeling dat hij 2 kilometer na st. Christau op ons zou
wachten en dat de koffie klaar stond. Echter na 7 kilometer
voorbij het genoemde dorpje te hebben gefietst kwamen wij Ton
nog steeds niet tegen. De twijfel sloeg toe! Had Ton verkeerde
informatie gegeven of waren wij nog een verkeerde afslag in
gereden? Even bellen dus maar.... en wat bleek..... nog geen
500 meter verderop troffen wij Ton en Johan. Wat twee
kilometertjes ????
Uiteindelijk, na enig zoek– en belwerk konden wij ons
begeleidingsteam vinden en konden wij aan de koffie en de
nodige calorierijke versnaperingen. Tijdens deze stop werd
even stil gestaan bij de huwelijksdag van Wijbrand. Uit de
auto werd een door zijn moeder gebakken cake opgeduikeld die
wij met smaak verorberden. Voorts werd er een ansichtkaart
tevoorschijn getoverd met de felicitaties aan Wijb en werd
hem het gemis van zijn Marianne op deze bijzondere dag nog
'even' ingewreven. Wij hebben Wijb daarom nog maar even op
luide wijze toegezongen met een eeuwenoude felicitatiesong.
Na de koffiebreak kon de route verder worden opgepikt. De
Route verliep verder prima in Laruns, aan de voet van Col de
Aubisque werd de tweede stop van de dag gepland. Vlak voor
Laruns moest de Blue Train nog even inhouden voor een kudde
koeien op de weg, maar zonder verdere ongemakken werd Laruns
(500 mtr) bereikt.
Na de lunch kon de aanval op de eerste echte en bekende
Pyreneeëncol beginnen, Col d' Aubisque (1709 mtr). In de
klim van ruim 1200 meter viel de groep al snel uit elkaar.
Willem nam al snel het voortouw en verdween uit zicht. In een
lang lint stoempte de blauwe trein de berg op en uiteindelijk
bereikten wij, één voor één, de
top van de Aubisque. Het weer was fantastisch. Een wolkenloze
hemel en een stralend zonnetje maakte de aanwezigheid op
Aubisque, waar het heel vaak nat en mistig is, tot een
prachtig moment.
Nadat iedereen weer op adem was gekomen en wij volop hadden
genoten van het fantastische uitzicht op de omgeving, kon de
afdaling beginnen naar de plaquette van Wim van Est.
Nederlands 1e gele truidrager die op 17 juli 1951 op deze plek
70 meter in het ravijn tuimelde en het er wonder boven wonder
met enkele schrammen vanaf bracht. De plaquette was ongeveer
1 kilometer onder de top, in de afdaling naar Col de Soulor,
aan de rotswand aangebracht.
De groep begon te dalen en Richard besloot uiteindelijk de
afdaling van de Aubisque in de bus te maken. Zijn pas
herstelde schouder liet de afdaling toch niet toe. Het was
even zoeken, maar uiteindelijk vonden wij de beroemde
plaquette, waarbij uiteraard 'even' geposeert moest worden.
Voorts werd de rest van de afdaling ingezet en kon zonder
problemen het laatste klimmetje naar de Soulor (1474mtr)
gemaakt worden. Na de Soulor stond ons één lange
afdaling naar Argeles Gazost te wachten.
Na een dag van 5.55uur in het zadel (rustpauzes niet
meegeteld) arriveerden wij in Argeles Gazost (460 mtr.), waar
wij onderdak hadden geregeld in hotel 'Bon repos'. Vanaf het
Hotel hadden wij een prachtig uitzicht op de bekende berg
"Hautacam". Ondanks het feit dat de uitdaging groot was bleek
niemand meer de motivatie te hebben om deze klim er nog als
toetje er bij te pakken. Gek hè ?.... In het hotel
mochten wij 'even' gebruik maken van de internet faciliteiten
om de aan ons gerichte berichtjes in de Weblog te lezen.
Tijdens het diner werd nog stilgestaan bij de trouwdag van
Wijbrand, hetgeen een goede reden was hem even op de schouders
te nemen, de champagneflessen te ontkurken en een toast uit
te brengen op de vele jaren die hij nog met zijn Marianne zal
delen.
Dagtotaal van dag 2 kwam te staan op: 134 kilometer
fietsplezier met een gemiddelde van 22.6 km/u. totaal 2211
klimmeters met een maximale klim van 1760 meter. Alle klimmen
4% gemiddeld en het steilste klimmetje liet 13% op de meter
zien.
Alle foto's van fietsdag 2
Naar boven
|
|
|
Fietsdag 3 dinsdag 20 september van Argeles Gazost naar
Castillon de Larboust |
De rit van vandaag werd door ons gezien als dé
Koninginnerit. In deze rit zijn de Col du Tourmalet (2115mtr),
Col d'Aspin (1489mtr) en Col de Peyresourde (1569mtr)
opgenomen. Vooraf was berekend dat deze dag over 102,5
kilometer zal gaan, met een totaal aan 3529 meter
hoogteverschil. Achteraf werden er 'iets' meer kilometers
gemaakt en iets minder hoogtemeters.....
Zoals inmiddels standaard werd er om 9 uur gestart. Wij zaten
er nog redelijk fris bij en waren allemaal klaar voor een
nieuwe dag. Wat ook fris was.........wederom hadden wij te
maken met een koude ochtend. De thermometer gaf niet meer dan
8°C aan. Uiteraard pasten wij onze kleding op de
temperatuur aan en met het begeleidingsteam spraken wij af dat
zij ons aan de voet van de Tourmalet zouden opwachten om het
teveel aan kledingstukken en helmen in ontvangst te nemen.
Uiteraard met de bedoeling om de kledingstukken en helmen
boven op de col weer terug te geven.
Het eerste gedeelte van de rit legden wij af over een prachtig
mooi fietspad dat was aangelegd op een oud spoortracé.
Hierdoor konden wij de drukke weg naar
Pierefitte–Nestalas mijden. Voorts pakten wij daar de
route weer op via de D918 naar Bareges. De winter– en
regenjacks die wij hadden aangetrokken bleken geen overbodige
luxe. De weg begon al aardig te stijgen en hier en daar werden
wat jackjes uitgetrokken.
De communicatie over het afgeven van overbodige kledingstukken
was niet geheel vlekkeloos verlopen, waardoor Ton & Johan een
paar kilometer verder een plekje hadden gezocht dan eigenlijk
onze bedoeling geweest was. De schrik zat er bij een aantal
van ons al flink in. Zij zagen zich al in winterkleding
gekleed, met regenjas en met helm op de Tourmalet oprijden.
Kortom er werd wat gemopperd. Inmiddels had de groep zich al
tot een lang lint gevormd en gekomen bij de plek waar de bus
geparkeerd stond, gaf Ton snel uitleg. "Hier is een mooie
ruime plek waar even veilig aan de kant gestaan kan worden".
Desnoods hebben jullie nog de mogelijkheid wat drinken of
voedsel mee te nemen"!.
Direct de daad bij het woord voegende begon hij spontaan
appels uit te delen. Het gemopper verstomde dan ook snel en de
één na de ander begon zichzelf te strippen tot
het 'korte outfitje'; gaf zijn spullen af en stapte op de
fiets om de Tourmalet aan te vallen. In een lang lint vertrok
de Blue Train voor misschien wel de mooiste beklimming van de
dag.
Het werd wederom een stralende dag. Er was wederom geen wolkje
aan de lucht en door de oplopende temperatuur van tussen de
22°C tot 25°C in de klim, was het geen overbodige luxe
gebleken om de 'lange' winterkleding uit te doen. De Col lag
er prachtig bij en vanaf de laatste 5 kilometer was de top
kraakhelder en duidelijk te zien. Één voor
één arriveerden wij op de top (2115 hm), vanwaar
wij een mooi uitzicht hadden op de laatsten van de groep, die
langzaam via de haarspeldbochten zich een weg omhoog baanden.
Deze mannen werden dan ook luidkeels aangemoedigd. Na enige
tijd was de groep weer herenigd en na weer op adem te zijn
gekomen werd er een groepsfoto gemaakt bij het
herdenkingsmonument van de oud Tourdirecteur 'Jaques Godett'.
Na deze statiefoto werd aansluitend een koffie–
/lunchpauze gehouden, zodat iedereen van voldoende rust kon
genieten en wat voeding kon nemen. Na een stief kwartiertje
kon via de D918 de afdaling worden ingezet naar ste Marie de
Campan (650 hm). In de afdaling kreeg Koos ernstige problemen
met zijn fiets waardoor hij genoodzaakt bleek de bus op te
zoeken. Het stuur van zijn fiets begon zo te trillen dat hij
verder afdalen onverantwoordelijk achtte. Later bleek dat
e.e.a. niet aan zijn fiets lag, maar dat Koos zelf zo bevangen
was door de kou dat hij door het trillen ongemerkt zijn stuur
heen en weer aan het schudden was.
Na te zijn afgedaald werd in de aanloop naar de col de Aspin
geluncht. Hans voelde zich niet zo lekker en heeft vanaf dat
moment gekozen om voor de rest van de beklimming de bus in te
gaan. Dit was op zo'n 7 kilometer onder de top. Bij de voet
van de beklimming van de Peyresourde was Hans weer voldoende
hersteld om de klim te kunnen maken. Johan echter wisselde van
plek met Hans. Hij vond het wel genoeg voor vandaag en stapte
in de bus om zich lekker naar boven te laten rijden.
In de aanloop van de beklimming leek het voor Daan en Wijbrand
nog bijna fout te gaan. Zij waren het pelotonnetje vooruit
gesneld, waarbij zij in hun grote haast niet meer achterom
hadden gekeken. Bij Lourderville hadden zij prompt een afslag
gemist en waren vrolijk doorgereden.
Ook de grote groep vergiste zich bijna, hetgeen werd
veroorzaakt door een verwarrende opstelling van de
wegbewijzeringsborden. De weg naar de Peyresourde kon via 2
verschillende routes gereden worden. Waar op gelet moest
worden waren de wegnummers. Gelukkig kwamen zij er snel ook
achter, zodat de schade beperkt bleef tot een paar kilometers.
Ton, die zich met Johan al hadden voorbereid op een zoektocht
kon weer met een gerust hart aansluiten achter de grote groep.
Verder deden zich deze dag geen noemenswaardige bijzonderheden
voor en na een korte afdaling konden wij rusten in Hotel
Fondere in Castillion de Larboust. Dit hotel lag langs de
brede doorgaande weg en ook nog in de afdaling, waardoor wij
bijna het hotel voorbij reden.
Ondanks de verschillende blessures heeft iedereen deze 3e dag
prima gereden. De dag kon worden afgesloten met de volgende
totalen: Afstand van vandaag 134 kilometer in een fietstijd
van 5.49uur en een gemiddelde snelheid van 18,3 km/uur. totaal
hoogtemeters 3279, gemiddeld stijgingspercentage van 5% en het
steilste stuk was 13%. Hoogste snelheid in de afdaling bedroeg
72 km/uur.
Alle foto's van fietsdag 3
Naar boven
|
|
|
Fietsdag 4 woensdag 21 september van Castillon de Larboust
naar Oust |
Vandaag om 09.10uur vertrokken. Iedereen was in een prima
stemming. Richard bleef op advies van "Dokter Bob" een dagje
in de bus als aspirant begeleider. Hij had wat last van zijn
knie en Bob achtte rust het enige en juiste medicijn. De
ochtend begon wederom koud met maar 8°C op de meter.
Gezien de 1000 meter hoogte waarop hotel Fondre in Castillon
de Larboust lag was deze temperatuur niet zo vreemd. Weldra
zou het warmer zijn. De dag begon namelijk met een afdaling
naar het dal (Salles et Praviel) en in dalen is het in de
regel warmer dan in de bergen. De groep daalde vlot af en tot
grote verbazing daalde de temperatuur verder tot slechts een
magere 4°C. De oorzaak was vermoedelijk gelegen in het
feit dat wij in de schaduw van een rij bergen reden. Met
steenkoude handen en voeten vervolgden wij onze weg. Ton en
Johan waren in Salles et Praviel de nodige inkopen aan het
doen en lieten ons vast een stuk vooruit rijden.
Gekomen vlak voor het plaatsje Cierp–Gaud brak
plotseling een spaak in het (Shimano) achterwiel van Hans zijn
fiets. Waar hadden wij eerder van dit soort problemen gehoord?
Had onze Daan ook niet van die wielen gehad toen hij in een
ultieme poging La marmotte te ronden tot 2 maal toe de spaken
uit zijn achterwiel brak? Onmiddellijk werd het
begeleidingsteam in kennis gesteld en na overleg met Hans
vervolgde de gehele groep zijn weg naar Col de Mente
(1349mtr.) Hans zou zich na vervanging van het wiel via de bus
weer bij de groep voegen. De groep liet Hans met gemengde
gevoelens, in het zonnetje, achter op een klein
parkeerterreintje langs de doorgaande weg. Het was de juiste
keuze. De groep zou alleen maar onnodig oponthoud krijgen,
terwijl het achterwiel ter plaatse niet te repareren viel. Er
zou hoe dan ook een ander wiel in Hans zijn fiets gemonteerd
moeten worden.
De groep vervolgde zijn weg en er werd nog het nodige over
nagepraat. Gekomen aan de voet van Col de Mente hielden wij
halt. Zouden wij toch maar even op Hans wachten? De nodige
sanitaire stops werden gemaakt maar de bus met hans kwam nog
niet in het zicht. De conclusie was hierop unaniem.
"Doorrijden!".... en daar ging de Blauwe trein wederom een
nieuwe beklimming op. Deze col was aan de voet al behoorlijk
steil. De beklimming begon gelijk met een stijging van 10% en
veel makkelijker dan 8% zou het in de beklimming niet worden.
De rotsen van de berg vertoonden her en der de sporen van
steenwinning. Grote blokken waren uit de rotswanden gezaagd en
hier en daar leek de berg een gatenkaas. Uiteraard was er
weinig aandacht voor al dit moois. Iedereen had zijn focus
gericht op het klimmen.
Na een tijdje klimmen kwam de begeleidingsploeg voorbij
rijden. De ramen waren geopend en de inzittenden moedigden de
klimmers luidkeels aan. Richard hing zelfs half uit het
portierraam en op de vraag of met Hans alles in orde was,
antwoordde hij instemmend. Iedereen daarmee in de waan latend
dat Hans zich onder aan de klim had laten afzetten.
Immers..... In de bus zat hij niet, toch...? De werkelijkheid
was anders toen de kopmannen plotseling Hans voor zich op
zagen doemen. Hans, die nog zo fris als een hoentje op zijn
fiets zat, had zich in de beklimming voor de groep laten
afzetten. Voor de koplopers die hem in het vizier kregen was
hij daardoor een mooi mikpunt en het duurde dan ook niet lang
of Hans reed in de groep in plaats van er vooruit.
Deze 'grap' leidde uiteindelijk voor wat verwarring in de
staart van de groep. Op de top van de beklimming werd
uiteraard halt gehouden voor de hergroepering, maar omdat deze
plek in de schaduw lag en door de begeleiders een 250 meters
verder, iets in de afdaling, een mooie ruime plek was gevonden
waar de zon volop scheen, werd besloten met z'n allen daar
heen te rijden om een lunch te gebruiken. De enigen die nog op
de top moesten arriveren waren Johan en Aart en omdat het voor
iedereen duidelijk zou zijn dat zij over de top heen zouden
rijden als zij op de top niemand zouden treffen, gingen allen
aan de lunch. Na geruime tijd echter ging men zich toch zorgen
maken! Waar bleven zij nou? Johan of Aart zou toch geen pech
hebben gekregen? Op het moment dat een koppel terug wilde
rijden kwamen beiden aanrijden. Alles werd onmiddellijk
duidelijk. Johan en Aart waren in de volle overtuiging dat
Hans achter hun reed en derhalve nog boven moest komen. Zij
hadden dan ook rustig op hem staan wachten!. Uiteraard konden
zij de grap niet gelijk waarderen en de nodige opmerkingen
hierover werden geplaatst. Al met al bleek Col de Mente een
echte kuitenbijter. Boven op deze col hadden wij een prachtig
uitzicht op het dal en de weg waarover wij waren gekomen.
De volgende bult die op ons lag te wachten was Col de Portet
d'Aspet (1069mtr.) Voor ons een belangrijke col. Dit is
namelijk de Col waar Fabio Casartelli in 1995, tijdens de
Tour de France, om het leven kwam in een ongelukkige val
tijdens de afdaling. Ons doel was om met z'n allen bij het
herdenkingsmonument op de foto te gaan. Echter voor dat dat
plaats kon vinden moest nog wel het eerste gedeelte van de
beklimming gereden worden, waarin tot 2x toe een stijging zat
van maar liefst 17%. Uiteraard bleek dat niet voor iedereen
een makkie en wederom vormde zich een lange blauwe trein en
één voor één arriveerden de
vrienden bij het bekende monument.
Na de nodige foto's te hebben gemaakt werd de route vervolgd
in de richting van het plaatsje Oust. Daar was door Didier
voor ons een overnachting gereserveerd. Didier was in deze
omgeving erg bekend. Zijn familie kwam uit deze streek en hij
had dan ook via zijn familie een reservering kunnen maken in
hotel 'De la Poste'. Het toeval wilde echter dat Didier deze
dag niet gauw zou vergeten. Onderweg was hij zogezegd 10 keer
dood gegaan en was, om in wielertermen te spreken, "helemaal
naar de kloten".
Om in Oust te komen hadden wij nog één klim te
maken. Col de la Core (1395mtr). Een berg die ons nog verraste
met een paar lastige stijgingen tot 9% over een afstand van 9
kilometer vanaf het plaatsje Bethmale. Didier raakte
regelmatig behoorlijk achterop en informeerde terloops bij
Hans of het niet mogelijk was om zijn fiets van een nog
lichter verzetje te voorzien. Nu moeste hij het er echter mee
doen en de sterkere klimmers ontfermden zich over hem en
loodsten hem gestaag naar de top. De route bracht ons over een
autoluwe weg die ons leidde door een mooi bosgebied. De bomen
voorzagen ons van de nodige schaduwrijke plaatsen hetgeen ons
goed uit kwam. De buitentemperatuur was namelijk langzamerhand
opgelopen tot zo'n 25°C onder wederom een strak blauwe
hemel en de laatste kilometers tot de top moesten toch in het
zonnetje gereden worden.
Zonder noemdenswaardige problemen en met een totaal
uitgewoonde Didier bereikten wij Oust, waar na het indelen van
de kamers, douchen en het happen van de nodige biertjes aan de
rand van het zwembad, door Hans, Martin en Willem nog 'even'
een blik werd geworpen op de fietsen. Bij deze check–up
constateerden wij op de fiets van Bob een gevaarlijk
afgesleten achterband, die onmiddellijk werd vervangen. Hans
repareerde zijn achterwiel en de fiets van Didier werd door
Martin vakkundig gedemonteerd in een ultieme poging er een
lichter verzetje op te plaatsen. Echter bleek dat met de
beschikbare materialen 'even' niet te lukken, dus Didier zou
zijn tocht af moeten maken met het verzet waarmee hij het tot
op dat moment tot Oust had gered. Na de nodige kabels te
hebben gespannen, kettingen gesmeerd en nog wat kleine
reparaties en aanpassingen aan enkele fietsen te hebben
verricht, kon worden aangeschoven voor de prima avondmaaltijd.
Dagtotaal: afgelegd 104 kilometer in een fietstijd van 5.09uur
met een gemiddelde van 20,9 km/uur. In de beklimming van
totaal 2303 meter hadden we te maken met een gemiddelde
stijging van 6% en op de steilste stukken 17%.
Alle foto's van fietsdag 4
Naar boven
|
|
|
Fietsdag 5 donderdag 22 september van Oust naar Escouloubre |
Het lijkt gewoon te worden, maar ook vandaag is de temperatuur
niet boven de 7°C. Het is s'morgens tot grote
teleurstelling mistig. Bij het vertrek uit Oust heeft iedereen
zich lekker warm aangekleed. Zeker met de ervaring van
gisteren in het achterhoofd geen overbodige luxe. Deze ochtend
moeten wij met z'n allen op de foto met de oom van Didier die
in het kleine plaatsje Ustou woont. De man is de oprichter van
het busbedrijf "Faur", dat nu gevestigd is in Toulouse en ons
vervoer van en naar het vliegveld heeft geregeld. We
vertrekken en na een kwartiertje rijden breekt de zon al door.
Vanaf dat moment heeft iedereen het warm. Het is dan nog zo'n
5 kilometer rijden naar Ustou (746 mtr). Aangekomen in het
dorp staan een aantal oude mannetjes ons op te wachten. Didier
stort zich op één van hen.
Dat zal zijn oom dan wel zijn. Er worden handen geschud en
druk gepraat. Na enig georganiseer gaan we gezamenlijk op de
foto bij de wasplaats van het dorp, waar op dat moment een
oude vrouw de was staat te doen.
Inmiddels is de temperatuur al weer zodanig opgelopen dat het
nodige aan extra kledingstukken uit kan. Aart onderneemt ook
een poging en staat even later naast een aardige hoop
overbodige kledingstukken.
We hebben niet al te veel tijd dus drukken nog even snel de
hand van 'oom' Faur en springen weer snel in het zadel. Van
enige samenwerking is geen sprake. De een na de ander knoert
het 1e bergje van deze dag op. Col de la Trape (1111 mtr). Een
lange sliert renners is het gevolg. Na alle ervaringen van de
afgelopen dagen is deze berg voor ons een puistje, dus
iedereen is binnen een mum van tijd op de top, waar zoals
gewoonlijk op elkaar gewacht wordt om vervolgens na een korte
afdaling te beginnen aan Col d'Agnes (1570 mtr). Dit blijkt
een fantastische klim te zijn.
Didier, die plaatselijk erg bekend is, had al
één en ander van de klim verteld en ons
voorbereid op het fantastische meertje dat wij zouden
tegenkomen tussen deze Col d'Agnes en Col de Lers (1517 mtr).
Op de kaart leek het of er weinig verschil tussen beide cols
zat, maar spoedig zouden wij ervaren dat er tussen beide Col's
een kuilvormige alpenweide (Alm) zat van iets meer dan 300
meter diep. Er zat niets anders op dan eerst te dalen en
daarna het klimmetje weer te maken. Didier had niets te veel
gezegd. Zowel de klim als de top en het beloofde meertje lagen
in een zo'n prachtig natuurgebied, dat het vraagt om een
tweede bezoek, uiteraard mogelijk met wat meer tijd en oog
voor de omgeving.
Net onder de top van de Col Lers hadden wij onze eerste
rust/koffiepauze, die volgens een inmiddels vast stramien
verliep, dus veel eten en cola drinken. Richard die zich ook
deze dag bij het begeleidingsteam had ingedeeld ontfermde zich
zorgzaam over de binnendruppelende renners en voorzag iedereen
van alles wat men nodig had. JohanJ zag zijn kans waar
om zijn schoonvader 'even' te ontvluchten en nam de
vrijgevallen plek van Richard dankbaar in. Zijn fiets werd
klaar gemaakt, kleding aan en hoppa..... in het zadel.
Na al dit natuurschoon maakten wij ons op voor een lange
tussenrit (45 km) naar Ax les Thermes (720 mtr). Het was de
bedoeling om daar onze volgende pauze te houden en onze lunch
te gebruiken. De route bracht ons in een lange afdaling eerst
naar Tarascon-s-Ariège. De D18 bleek niet zo'n drukke
weg en er kon met een relatief hoge snelheid worden gereden.
Bij Tarascon werd afgeslagen naar de drukke N20 richting
Andorra. De drukte dwong ons uiterst rechts in een lang lint
te blijven rijden en omdat de weg ons weer langzaam omhoog
voerde rekte het lint steeds verder uit. Uiteindelijk, zo'n 10
kilometer voor Ax les Thermes hadden Johan en Richard een
mooie plek gevonden om de lunch te gebruiken.
De tafel stond gedekt, drankjes gereed en brood, beleg en
allerlei zoetigheid hadden onze 'gouden' begeleiders voor ons
uitgestald. Ieder nam er even zijn gemak van om het lichaam
even lekker vol te stoppen met de nodige brandstoffen. Na een
ruim half uurtje, sprong de één na de ander weer
op de fiets voor het laatste stuk naar de zwaarste Col van
deze dag. Port de Pailheres zou ons deze dag nog boven de 2000
meter brengen. (2001 mtr) .
De beklimming begon in het centrum van Ax les Thermes. in het
centrum ging het linksaf in de richting van het kleine
plaatsje Ascou, waarna de weg langzaam steeds meer omhoog zou
leiden. De klim is in totaal 15 kilometer lang, waarvan 9
kilometer boven de 8% stijging, maar wel gelijkmatig. De
laatste 7 kilometer daarvan allemaal 9,5 tot 10% aan
één stuk door. Het bleek zwaar, vooral omdat de
temperatuur inmiddels was opgelopen tot 27°C. Het veld was
dan ook snel uiteen geslagen en in een lange trein stoempten
de in het blauw gehulde renners naar de top om daar
uiteindelijk behoorlijk vermoeid te arriveren. Voor ons
allemaal was het de eerste keer dat wij op deze berg waren. De
klim had kennelijk zo veel indruk gemaakt dat enkelen direct
aan gaven deze berg zeker nogmaals te bezoeken.
De dag kon worden afgesloten met het laatste klimmetje Col de
Moulis (1099 mtr), die voor niemand een probleem was. De dag
kon worden afgesloten met een kort klimmetje van 5 kilometer
lang van wisselend 3% tot 5% van Escouloubre naar
Escouloubre–village. Dit klimmetje was het begin van
Col de Caravel (1256 mtr), die voor morgen op het programma
staat.
Overnacht werd 'bij de boer' in Escouloubre bij Patricia en
Christian Cucuillere die hun huis hadden ingericht voor het
ontvangen van groepen. Op het moment dat wij daar aan kwamen
was Christian druk in de weer met een kraan om de rotswand uit
te hollen waardoor zijn erf een stuk groter werd. Wij werden
hartelijk ontvangen en de kamers verdeeld. Het eten was
streektypisch en bestond uit veel varkensvlees, witte bonen,
aardappelen en bloedworst. Het smaakte prima!
Dagtotaal: dagafstand 143 kilometer met 3498 klimmeters (voor
het eerst vrijwel gelijk aan wat vooraf berekend was) met een
steilste klim van 11% en een gemiddelde stijging van 5%.
Verdere gegevens zijn verloren geraakt door het indrukken van
een verkeerd knopje............Helaas.....
Alle foto's van fietsdag 5
Naar boven
|
|
|
Fietsdag 6 vrijdag 23 september van Escouloubre naar
Argelès sur Mer |
Vandaag afgesproken dat wij bij elkaar zullen blijven. Het
wordt een wandeletappe niet omdat dat zo leuk is, maar omdat
bij een aantal de fut er letterlijk en figuurlijk uit is. Deze
dag zou de route ons voeren over 6 cols en een totaalafstand
van ongeveer 143 kilometer. De kaart liet zien dat het
grootste deel afgedaald zou worden, dus met dat vooruitzicht
kon er niets mis gaan. Ook Richard stapte vandaag weer op de
fiets, na 2 dagen deel uit gemaakt te hebben van het
begeleidingsteam snakte hij weer naar een beetje frisse lucht
en wind door de haren.
Onze eerste beklimming was de terugtocht naar de
uitgestippelde route. Niet dat die zo ver weg was, maar wel
dat er over een onverharde weg met veel modder en grind, een
stevig klimmetje van zo'n 13% genomen moest worden, gaf toch
reden om goed op te letten. Een aantal van ons nam het risico
niet eens en wandelde met de fiets aan de hand naar boven. Zij
die wel op de pedalen gingen moetsen haast slingerend naar
boven rijden. Achterwielen slipten door en hier en daar
dreigde zelfs iemand van zijn fiets te vallen. Uiteindelijk is
iedereen veilig boven gekomen en kon de reis weer aanvangen.
Na de oprijlaan van de familie Cucuillere achter ons te hebben
gelaten konden wij gelijk beginnen met Col de Garavel
(1256 mtr). Onze overnachtingplaats, het boeren onderkomen
"Cucuillere" in Escouloubre–village (900 mtr) lag
namelijk al in de beklimming van deze berg. Nog zo'n 350 meter
klimmen lag tussen ons en de top van Col de Garavel.
De volgende hindernis was Col de Jau (1506 mtr). Ook deze
helling werd door allen zonder problemen genomen met een mooie
afdaling in het vooruitzicht naar 257 mtr. Daarna stond de
laatste echte klim op het programma, Col de Palomère
(1036mtr). Een beklimming van zo'n 750 meter, vanuit perzik en
druiven plantages zich omhoog slingerend met stijgingen van 5
tot 6% maximaal door een prachtig landschap. Voorafgaande aan
de beklimming was in Marquixanes op een parkeerterreintje
langs de N116 nog een koffiestop gepland met uitgebreide
foeragemogelijkheid, die weer eens ten volle werd benut. Je
gaat er aan gewend raken om meerdere malen per dag veel te
eten. Stokbrood met dik kaas, paté of jam belegd,
pannenkoeken, gevulde koeken, cake, bananen, appels en dat
alles weggespoeld met koffie, thee, soep en cola, heeeeel
veeeel cola.
Na de pauze kwam de groep weer langzaam op gang voor de
laatste beklimming, die nog een kleine verrassing voor ons in
petto had. Na de top op een 150 tal klimmeters genaderd te
hebben stoven wij plotseling weer een korte, maar venijnige
afdaling in die ons weer 80 meter lager bracht. De laatste
150 meter klimmen werden er dus zo'n 230. Bij enkelen was de
teleurstelling van de gezichten af te lezen. Johan liet zich
niet kisten en positioneerde zich op de kop van het peloton.
Martin voegde zich bij hem en gestaag pedaleerden beiden het
laatste stukkie Palomère onder de smalle bandjes weg.
De laatste 25 meter trok Johan even flink door, waardoor het
hem lukte als eerste boven op deze berg aan te komen.
Na de groep verzameld te hebben konden we beginnen aan de
volgende Col Xatard (752 mtr) en anders dan het routekaartje
deed vermoeden was het niet alleen afdalen, maar ook tussen de
Palomère en de Xatard bleek nog een kuil te zitten.
Dus geklommen werd er toch. Na de Xatard daalden wij verder af
naar Col de Fourtou (646 mtr) Dit bleek wel alleen een
afdaling te zijn. Inmiddels deden handen, schouders en
zitvlakken zeer van het afdalen over de hobbelige wegen en
moest er nog één klimmetje gemaakt worden naar
Col de Llauro (380 mtr). Op een kruising werd door Wijbrand en
Piet nog een inschattingsfoutje gemaakt. Zij reden op dat
moment voorop en zagen het Bord Llauro, dat zij direct
volgden. Zij werden nog nageroepen, maar overtuigd van hun
gelijk stortten zij zich in de afdaling naar het dorpje met
de gelijke naam van de laatste Col. Echter bleek de col toch
echt de andere kant op!!! Na wat getelefoneer konden zij
rechtsomkeer de berg weer op en na een tijdje sloten zij zich
weer aan bij de wachtende groep.
Na een korte afdaling over een vrij smalle en slecht
onderhouden weg werd het weer eens tijd voor de lunch. De bus
had al positie ingenomen bij een zo goed als verlaten camping
en de tafel met de benodigdheden voor de inwendige mens
stonden al ruim uitgestald. In het gras, onder het zonnetje
zocht iedereen een lekker plekkie om te rusten en te eten.
Na zo'n half uurtje werd de draad weer opgepakt en koersten
wij naar de voet van Col de Llauro, waarachter alleen nog een
lange afdaling naar Argeles sur Mer zou liggen,
tenminste............... dat dachten wij. Niets bleek echter
minder waar. Op een afstand van zo'n 13 kilometer van het
einde hield de weg voor ons op. De route die wij volgden ging
over in een Autoweg, aangeduid met de bekende bebording,
aangevuld met een levensgroot bord waarop aangegeven dat de
aanwezigheid van fietsers op deze weg niet op prijs werd
gesteld. Onmiddellijk werd gezocht naar een alternatief. De
kaart kwam er aan te pas en de weg werd ingeslagen in de
richting van Montesquieu. Dokter Bob, die vertelde in deze
omgeving meerdere malen op vakantie te zijn geweest en
daardoor de weg zou kennen, voerde het peloton aan. Al ras
zaten we weer op een helling van 5%.
De groep viel geheel uit elkaar en op de vraag "gaat het nog"
werd door de staart van de groep instemmend gereageerd. Echter
de waarheid bleek anders. Na enkele kilometers werd het Hans
en Richard te veel en er werd gestopt om de rusten. Tevens
bleken wij toch de weg kwijt te zijn geraakt. De hulp van een
"local" werd ingeroepen, die ons met een paar korte
aanwijzingen op het juiste pad zette. Ondanks de goede
aanwijzingen duurde het toch nog 'even' om de groep weer te
hergroeperen en uiteindelijk kon het juiste pad worden
ingeslagen en koers gezet naar hotel "Le maritime". Daar
aangekomen stonden Johan en Ton ons op te wachten met een
behoorlijke vracht aan blikken bier. Onmiddellijk hebben wij
ons over deze voorraad vocht ontfermd.
Daan bleek voor ons allemaal een leuke herinnering te hebben.
Hij had voor iedereen een spiegeltje laten maken met daarop de
afgelegde route was afgebeeld, opgesierd met de namen van de
deelnemers.
In Argeles sur Mer werden wij voor het eerst geconfronteerd
met bewolking. Daar waar het 6 dagen achtereen schitterend
weer was geweest trok de hemel nu helemaal dicht. Zou het
toeval zijn? De goden MOETEN ons goed gezind zijn geweest,
immers de dag van aankomst in Biarritz was het koud en
stormachtig geweest terwijl op het moment dat wij op de fiets
stapten begon de zon te schijnen. Wie weet???? Al met al
hebben wij de 6 dagen van onze Pyreneeënrit
verschrikkelijk veel mazzel gehad met het weer en konden wij
terugzien op een week zonder noemenswaardige problemen, zowel
technisch als lichamelijk.
De dag werd afgesloten met een uitgebreid diner. Wij moetsen
hiervoor wel naar een ander hotel, dat zo'n 500 meter verderop
lag, maar dat kon de pret niet drukken.
Dagtotaal: Vandaag is er door de groep 149 kilometer gereden
met een gemiddelde snelheid van 21 kilometer per uur. 2030
klimmeters gingen onder de bandjes door met een gemiddeld
stijgingspercentage van 4 terwijl de steilste helling 10% op
de teller zette. In de afdalingen werden, ondanks het vele
bochtenwerk en hobbelige wegen snelheden bereikt van tegen de
60 kilometer per uur.
Rit totaal: Totaal zijn er in 6 dagen tijd 802 kilometers
gefietst en zijn er 16166 meters geklommen.
Alle foto's van fietsdag 6
Naar boven
|
|
|
Rustdag zaterdag 24 september |
Hè hè, eindelijk..... een internetcafé
gevonden. De 1e tijdens de hele trip. 'HansT' in ieder
geval bedankt voor het dagelijkse telefonisch doorgegeven
verslag te plaatsen op de weblog.
Nadat we gisteren klassikaal de laatste 148 km met z'n 15en
gefietst hadden, was duidelijk geworden dat een aantal van ons
er geestelijk, dan wel lichamelijk 'door heen zaten'. Er zaten
toch nog een paar klimmetjes in de laatste route en op de
kaart had er allemaal wat vriendelijker uit gezien. Immers op
een kaart kun je wel de hoogtes van een berg aflezen, maar
vaak staat niet aangegeven hoe diep het dal(letje) is wat
tussen die bergen ligt. Meerdere malen, in onze
Pyreneeënrit zijn wij op dit probleem gestuit. Zo ook in
de eerste 60 kilometer van onze laatst ritje zat toch nog een
klim van 30 km lengte met een stijgingspercentage gelegen
tussen de 3 tot 5%. Dit was nooit op deze wijze op de kaart te
lezen geweest. Dit is een goed punt om rekening mee te houden
voor een volgende grote rit. Al met al hebben wij de laatste
klimmetjes in gezamenlijkheid afgelegd, wat op zich ook al een
bijzonderheid is voor onze groep.
De finish bij het Roussill Hotel in
Argeles–sur–mer, op 100 meter van zee gelegen, was
één grote genoegdoening. Een toast waard voor
ons allen !!!!
De in Biarritz met oceaanwater gevulde drinkbidon heeft
uiteindelijk de reis overleefd en gisteravond was het moment
gekomen dat de mannen van de organisatie (Dirk, Willem &
Martin) de fles leeg zouden gieten in de Middellandse zee. Dit
ritueel is uiteraard met de nodige zorg en bij het krieken van
de dag uitgevoerd. Na het ledigen van de fles is deze gevuld
met strandzand uit Argeles sur Mer. De bidon blijft bij ons in
de buurt om deze speciale week te kunnen blijven gedenken. De
fles is daarom meegegaan naar Nederland en heeft een speciaal
plekje gekregen in ons clubhuis aan de Kerkstraat te Oostzaan.
Daar staat hij in de werkplaats boven de werkbank bij de kaart
waarop onze gehele route is uitgetekend. Wie de route op kaart
wil zien zal een bezoekje moeten brengen aan rijwielhandel
DRAL in Oostzaan.
Jan was deze ochtend een ietsie later dan de rest. Zo kon het
gebeuren dat hij na de tewaterlating van ons oceaanwater,
alsnog langswandelde....
De benen beginnen al weer te herstellen en de zitvlakken
kunnen weer rusten. (Hans en Richard hebben er gisteren een
zware laatste dag aan gehad, met pijntjes rond de
knieën).
Vanochtend om 8 uur zijn onze begeleiders "Ton en
Johan" reeds met de fietsen naar Nederland vertrokken.
Wijbrand hebben we om 11.30 uitgezwaaid. Zaken dwongen hem er
toe 'iets' eerder naar huis te gaan, terwijl wij nog een dagje
gaan relaxen.
Onze Franse teammaat Didier had met zijn vrouw
een hotelletje besproken in Coulliore. Hij had ons uitgenodigd
een bezoek aan hem te brengen. Gezien het openbaar vervoer
juist vertrokken was, werd het idee opgevat om de 7 km dan
maar naar Coulliore te lopen. Echter bij de haven van
Argeles–sur–mer bleek daar een boot te charteren
om ons tegen de vergoeding van €7,50 p.p. naar Coulliore
te varen. Uiteraard kwam ons dat goed uit en zo gezegd zo
gedaan. Het vakantiegevoel werd voor 100% ingevuld.
Een schitterende vaart over zee bracht ons naar het pittoreske
dorpje. Na daar wat te hebben rond geslenterd, de nodige
souvenirs te hebben gekocht en met zicht op de haven nog even,
voor het gebruiken van de lunch, een terrasje te hebben
gepikt, werd het al weer tijd de boot op te zoeken voor de
terugtocht.
Terug gekomen in Argeles–sur–mer hebben we nog een
stukje door het dorp gewandeld. De winkeltjes hadden allemaal
hun deuren geopend en diverse marktkooplui haddden hun waren
uitgestald.
Bij terugkomst bij het hotel in Argeles sur Mer hebben een
aantal van ons nog even de gelegenheid genomen een duik te
nemen in de zee. Het water was niet al te warm, (zeg maar
rustig 'koud') waardoor het 'even' een kort baantje werd.
Na het zwemplezier werd het al weer tijd voor het diner.
Alle foto's van de rustdag
Naar boven
|
|
|
Terugreis zondag 25 september |
Vandaag zit het er dan echt op. De bus van de familie Faur
brengt ons weer naar Toulouse om vanaf daar terug te vliegen
naar Amsterdam.
Als we allemaal ontbeten hebben, de koffers gepakt, gaan we
de bus in. Daar ons vliegtuig pas rond 4 uur
vertrekt en de afstand tot Toulouse veel minder is dan de
afstand Toulouse naar Biarritz, is er nog tijd om onderweg
ergens op te steken. Reisleider Dirk heeft voor ons bedacht
dat we het Middeleeuwse stadje Carcassonne kunnen bezoeken.
De bus is nog maar net vertrokken of we zien de eerste spatten
op de rameen verschijnen. De weergoden zijn ons wel heel
gunstig gezind geweest, want ook op de heenreis naar Biarritz
regende het af en toe. En tussen de heen– en terugreis
hebben we alleen maar mooi weer gehad. Dat is voor de
Pyreneeën in september uitzonderlijk.
In Carcassonne aangekomen, hebben we ongeveer 2 uur de tijd
om rond te lopen en te lunchen. Het is alsof de tijd hier
heeft stilgestaan en het bekijken van dit stadje is een leuke
afsluiting van onze reis. Midden op het plein in Carcassonne
gebruiken we de lunch. Enkelen wagen zich, op aanraden van
Richard, aan de plaatselijke specialiteit: Tartare de Boeuf.
Dit is rauw gehakt met uien, kappertjes, kruiden en diverse
sauzen met daar bovenop een rauw ei. Dat geheel prak je door
elkaar en dan smullen geblazen. Tenminste.... volgens Richard.
Nadat we dit overleefd hebben en de nodige foto's gemaakt
hebben, gaan we op
weg naar het vliegveld. Gedurende de reis naar Toulouse zien
we op ons horloge dat het krap wordt om het vliegtuig te
halen. De chauffeur gaat steeds harder rijden en zo te zien,
redden we het net.
Plotseling staan we met de bus voor het gedeelte van het
vliegveld waar het prototype staat van de nieuwe airbus
A360 die hier in Toulouse gemaakt wordt. Tot onze schrik
en verbijstering had Dirk aan de chauffeur gevraagd daar nog
even langs te rijden. Dirk is, in tegenstelling tot de andere
Bluetrainers, gewend om op het laatste nippertje in te stappen
en kennelijk gaat dat (bijna) altijd goed.
We arriveren uiteindelijk een krap half uur voor dat het
vliegtuig vertrekt bij de incheckbalie. De grondstewardess
krijgt bijna een hartverzakking als ze de grote groep ziet
arriveren. Met man en macht worden we ingecheckt en zijn we
dus toch op tijd.
De vlucht verloopt prima en op Schiphol staan onze
familieleden, die we een hele week hebben moeten missen, met
smart op ons te wachten.
Hier eindigt echt ons avontuur. We nemen afscheid van elkaar
en nemen ons voor om zeker nog een keer zo'n reis te maken.
Aart, Bob, Daan, Didier, Dirk, Gerard, Hans, Jan, Johan H,
Johan J, Koos, Martin, Piet, Richard, Ton, Willem, Wijb.
Alle foto's van de terugreis
Naar boven
|
|
|